De Mol

‘Talpa’ is Latijn voor mol.

Mollen behoren tot de groep van de primitieve zoogdieren die insecten eters worden genoemd. Dieren zoals egels en spitmuizen behoren tot deze familie. Een mol staat bekend om zijn opmerkelijke aanpassingsvermogen aan de bizarre levensomstandigheden onder de grond. Een mol is veel kleiner dan de meeste mensen vermoeden. Het is raar dat zo een klein wezen  een enorme puinhoop van je tuin kan maken. Een volwassen mol heeft de grootte van een handpalm , het lichaam is 11 à 16 cm lang (van kop tot romp).

De grootte  en het gewicht van de mol hangen af van de hoeveelheid voedsel er zich in de grond bevindt en de bodemstructuur.

De vacht van de mol is anders dan bij andere zoogdieren. De haren kunnen in 2 richtingen keren of buigen. Dit beschermt de mol tegen vocht en vuil. Bovendien geeft de vacht in geen enkele richting  weerstand, waardoor hij zich vrij en snel in het rond kan bewegen.

De “talpa europaea” of wel de Europese mol is ook een goede zwemmer. Grachten en stromen vormen geen probleem voor hem. Alhoewel hij trager zwemt dan dat hij loopt. Ook beschikt de mol over opmerkelijke zintuigen die op een bijzondere manier zijn aangepast aan het ondergrondse leven.

Mollen zijn in staat zich snel voort te bewegen. Ondergronds kan hij in zijn tunnels zowel voor als achterwaarts lopen. Snelheden worden behaald tot 8km /h. Hij graaft tegen meer dan 20cm per minuut of 12 tot 15 meter per uur in losse grond.

De leeftijd van de mol  is gemiddeld 2 à 3 jaar .

Daar hij continu in beweging is ,heeft de mol een onverzadigbare eetlust.
De mol kan zo dagelijks wel honderd wormen of insecten naar binnen werken.

Ook mollen krijgen kleintjes. Vanaf midden februari tot eind  juni speelt zich het voortplanting proces af.

Het aantal molletjes per nest varieert tussen  de 2 a 7 stuks.

Na een acht à negen weken worden de jongen  het nest uitgejaagd. Ze gaan opzoek naar een eigen territorium. Ze graven zelf hun gangen en maken  molshopen.